GALICIE
Het grenst in het zuiden aan Portugal, in het westen aan de Atlantische Oceaan, in het noorden aan de Golf van Biskaje en in het oosten aan de andere Spaanse autonome regio’s Asturië en Castilië-León. De hoofdstad van Galicië is Santiago de Compostella, een stad met iets minder dan 100 000 inwoners, maar de grootste stad is Vigo en de grootste agglomeratie A Coruña. Galicië heeft twee officiële talen, het Galicisch en het Spaans. De nationale feestdag van Galicië valt op 25 juli, dat is de feestdag van Sint Jacobus, Santiago.
Voor de miljoenen buitenlanders die zich bij Spanje het landschap voorstellen van Don Quichot, en de miljoenen toeristen die van Spanje alleen de Middellandse-Zeekust kennen, is Galicië, met zijn Atlantisch landschap, land van duizend rivieren, van weiden en autochtone bossen, van hele nieuwe ervaring. Deze natuur in maagdelijke staat biedt de basis voor de grote mate van biodiversiteit met unieke specimen van bijna metaforische categorie, zoals de eendenmosselen die groeien op rotsachtige uitstulpsels in zee, de lamprei, met zijn aanblik van levend prehistorisch fossiel of de duizenden wilde paarden, die vrij leven in de Galicische bergen.
GEBERGTE
Het 30.000 vierkante kilometer grote land van Galicië is met zijn glooiende bergen en diepe dalen het oudste deel van het Iberische Schiereiland. De hoogste bergen liggen aan de oostkant; ze werden gevormd door tektonische bewegingen die de bergen van Cebreiro, Ancares, O ourel, Manzaneda en Trevinca opdrukten tot hoogten van tussen de 1.000 en 2.000 meter. Vanaf deze Galicische Olympussen dalen, door engten en kloven, onstuimige rivieren omlaag als de waterrijke Sil. Vanaf het hooggebergte met zijn eiken, taxusbomen, beuken, hazelaars en hulst, komen we door een rijk palet van groenkleuren, maïsvelden, kastanjebossen, dennen en berken, en een scala van geel- naar roodtinten van de wijngaarden en brem, bij de bijna mediterrane vegetatie van de kust, met mimosa’s, camelia’s, gardenia’s, sinaasappel- en citroenbomen en palmen. En, daar doorheen verweven, de typische kleine akkertjes van de Galicische keuterboertjes, met moestuinen, weitjes, graanveldjes en grasland.
STRANDEN EN RIA’S
Eenmaal aangekomen bij de zee wachten nieuwe sensaties ons langs de 1300 kilometer lange kustlijn. Allereerst is er de geografische bijzonderheid van de ria’s, brede inhammen door welke de zee het land binnenspoelt.
Geheel ten onrechte worden deze diepe inhammen vergeleken met de Noorse fjorden. Deze laatsten zijn ontstaan op plaatsen waar gletsjers ooit zeewaarts omlaag schuurden. De Rias danken hun ontstaan en vorm aan de Atlantische Oceaan die miljoenen jaren gestaag tegen deze kusten beukte. Waar een riviermond voor een opening zorgde in de kust is die monding door de vanuit de zee aanstormende golven verwijd tot een breed estuarium.
Aan de noordkant van Galicië heten die estuaria 'Rias Altas' (de 'hooggelegene'), aan de westkant 'Rias Baixas' (de 'lagergelegene').
Het is een typisch Galicisch aardrijkskundig verschijnsel, dat de basis verschafte voor de interactieve symbiose van land en zee, met ideale omstandigheden voor schaal- en schelpdiervisserij, alsmede voor de watersport, dankzij de gematigde zomers, met temperaturen van 18 tot 23 graden, en zachte winters, met minima van 8 graden Celsius.
De betoverende schoonheid en rust van de ria’s staan in schril contrast met de open zee. Ook onder de 700 stranden vinden we dit contrast, met enerzijds die welke uitkijken op het open water en, anderzijds, die welke hun geborgenheid danken aan hun ligging in de rustige en beschutte ria’s; zilver- en goudkleurige zandstranden met de allerhoogste golven, geschikt voor wind- en golfsurf, of met het brakste water.
Veertig van de Galicische stranden krijgen elk jaar van de Europese gemeenschap de blauwe vlag, als waarmerk van hun schoon milieu. Een ander opvallend contrast vinden we tussen de enorme zandvlakten, als die van het strand van Carnota of de wandelende duinen van Corrubedo en Ribeira (La Coruñ), en de spectaculaire kliffen van, bijvoorbeeld, de Sierra da Capelada, waaronder de hoogste van Europa, de Vixía da Herbeira, met een loodrechte van naar beneden van 612 meter. Tenslotte vinden we er tal van eilandjes die baden in het turkoois van de Atlantische Oceaan, waaronder, in de mondingen van de Rías Baixas, de eilanden Cís, Ons en Sálvora (voor de Ria’s van Vigo, Pontevedra en Arousa), en, tegenover Kaap San Adriá, in Malpica (La Coruñ), de Sisargas. Stuk voor stuk met prachtige eilandnatuur, inktvissen, zeemeeuwen en aalscholvers, gewilde bestemming van vakantiegangers, dagjesmensen, vogelkijkers en bootjesvolk.
De regio Galicië heeft een bijzonder landschap en onderscheidt zich van de rest van de continentale kust door de Riá’s, bergdalen die werden ingenomen door de zee. Deze Riá’s speelden een cruciale rol in de geschiedenis van Galicië , want ze vormden de toegangswegen voor Feniciërs, Kelten en de Romeinen en waren een graag bezocht gebied voor Noormannen, Engelsen en Fransen, die er allemaal hun sporen hebben achtergelaten.
De Ria's op een rijtje van de noordgrens van Portugal tot aan Cantabrië: De Ria van Vigo - De Ria van Pontevedra - De Ria van Arousa - De Ria van Muros en Noia - De Ria van Corcubión - De Ria van Lires - De Ria van Camarinas - De Ria van Corme en Laxe - De Ria van A Coruna - De Ria's van Ares en Betanzos - De Ria Van Ferrol - De Ria van Cedeira - De Ria van Ortigueira - De Ria van Barqueiro - De Ria van Viveiro - De Ria van Foz - De Ria van Rihadeo –
Een van de liefste wensen van Peter is om in de ria’s te ankeren. De estuaria van Cantabrië en Asturië zijn te onrustig geweest om te liggen en we zien er naar uit Galicië te ronden en aan de westzijde het anker een paar keer te kunnen uitgooien.
DE COSTA DA MORTE
En dan wacht ons een nog prachtiger fenomeen: de Costa da morte!
De Costa da Morte strekt zich uit van vissersplaats Caión, gelegen tussen Islas Sisargas en A Coruna, tot onder aan de Riá Muros bij de stad Porto do Son. Het is een van de mooiste maar ook gevaarlijkste kusten van Galicië en het heeft zijn naam zeker verdiend. De aanwezigheid van talrijke rotsen en eilandjes, en riffen verborgen in zee of niet - en verder in zee dan je zou vermoeden - en sommigen aangegeven of niet, maakt het varen in deze wateren een hachelijke taak, en zeker bij nachtelijk varen als je de aanwezigheid niet verwacht en je niet bekend bent met deze wateren.
RIBADEO
Op 29 september varen wij in een tocht van 42 mijl naar Ribadeo in Galicië, vissersplaats en zeker niet een van de mooiste badplaatsen aan de noordkust van Spanje, maar als je door de stad loopt met zijn vele onaantrekkelijke nieuwbouwwijken en goed om je heen kijkt, merk je wel degelijk enkele charmante plekken op. Samen met Viveiro en Mondonedo was Ribadeo een van de drie belangrijkste plaatsen van de provincie Mondonedo in de Middeleeuwen.Het was ooit de importhaven van likeur, de zogenaamde Kummel of Ribadeo uit Riga.
EEN STUKJE WIND EN ZEE
Als we 1 kenmerkende eigenschap van Biskaje kunnen neerzetten dan is dat wel de onvoorspelbaarheid van het weer en van de golven, in onze kustroute. Hoe goed ook aangegeven op Windguru en Windity. Noord-oostelijke winden die plots alle kanten op draaien en valwinden uit de bergen. En de onverwachte aanwezigheid van een stroming die hier in cirkels lijkt te lopen.
VIVEIRO
De volgende dag varen wij naar Viveiro en passeren de Playa de las Catedrales, een indrukwekkende kust met rotsformaties.
Aankomst in de riviermonding biedt een groots uitzicht op bergen, rivier en stad en kweekt een positieve verwachting. De wind valt nadat hij behoorlijk fris is geworden helemaal weg en we bevinden ons in een lieflijk bobost heuvellandschap waar Viveiro rustiek tegenaan ligt. In de haven worden we door een havenmeester geholpen met aanleggen met de ons nu bekende Noord-Spaanse vriendelijkheid. Een goede plek tegen een redelijk tarief waar morgen nog iets vanaf gaat als het laagseizoen begint.
Het Viveiro estuarium is het grootste in de Golf van Biskaje, waarin de rivier Landro stroomt. Viveiro heeft een zeer belangrijke artistiek erfgoed, te beginnen met de resten van de Middeleeuwse muur, die tal van aanvallen van piraten in de 16de eeuw heeft doorstaan, evenals branden en overstromingen. Sommige overblijfselen van de muur zijn bevestigd aan huizen of langs passages, en drie poorten van de stad bestaan nog, waarvan Porta do Castelo de belangrijkste is, omdat zij het huidige lokale wapenschild draagt.
RIA DE CEDEIRA
De wind is wederom niet komen kijken vandaag en er staat een lichte “swell” met later wat golfjes er doorheen. We zijn op weg naar de uiterste Noordkaap van Spanje, Estaca de Bares. Peter zet zijn internet abonnement aan met bundel Europa en meldt het uit blijdschap ook maar even op facebook.
We passeren de grillige rotskust van Galicië, een en al rotsen in zee en woestenij met veel grotten. De kust gaat om de kaap langzaam over in een kliffenlandschap dat groen begroeid is en bijna loodrecht in zee afdaalt. Het lijkt Jurassic park wel. Waar het –aan het einde van de wereld- kapelletje op de rotsen staat, genaamd San Andres de Teixido, is de kliffenkust iets minder hoog maar net zo indrukwekkend en naar Peter’s zeggen: veel ruiger nog, dan sommige kusten van Bretagne.
Dan zien we Cedeira verschijnen, een stadje dat zowel links als rechts is gebouwd aan beide oevers van de Riá. Tussen de stadsdelen en boven de stad en daaromheen zijn de bossen altijd groen. We ankeren in deze zeer beschutte Riá. Er ligt nog één ander schip en er hangt een serene rust in de baai. Dit is een ankerbeleving zoals op een plaatje.
A CORUNA
A Coruña is een stad en gemeente in de Spaanse autonome regio Galicië. De stad ligt in het uiterste noordwesten van Spanje, aan de Atlantische Oceaan, en beslaat bijna 37 vierkante kilometer. A Coruña had op 1 januari 2005 een inwonertal van 243.349, inclusief de buitenwijken 396.015. Ze is de hoofdstad van de provincie A Coruña maar niet van heel Galicië, dat is namelijk Santiago de Compostella. Ze is evenmin de grootste stad van deze regio, want dat is Vigo.
A Coruña is wel het economisch centrum van Galicië. De industrie is voornamelijk gericht op visserij en de daarbij behorende producten zoals maritieme navigatie of koelingsystemen voor het transport van vis en zeevruchten.
De naam "Coruña" stamt af van het Latijnse "Caronium", dat ooit een Romeinse verhoogde vesting was. In de 7e eeuw verscheen de naam als eerste, als "Crunia". In 1262 was dit verbasterd tot "La Crunia", dat later zou veranderen in "La Coruña", oftewel in het Galicisch "A Coruña" (alleen het lidwoord "La" verandert in "A").
A Coruña is de officiële naam van de stad en de gelijknamige provincie sinds 1983. Desondanks wordt "A Coruña" vrijwel alleen gebruikt in officiële documenten in het Galicisch, en in het Spaans wordt het gebruik van "La Coruña" nog steeds geaccepteerd. Ook in de Spaanse volksmond heeft men het vrijwel altijd over "La Coruña", veel Galicisch-sprekenden laten het "A" of "La" achterwege, en noemen de stad simpelweg "Coruña".
AANKOMST
Het is 3 oktober. Om 9:00 halen we het anker op en varen we de Riá van Cedeira uit op weg naar A Coruña. Even lijkt het erop dat we kunnen zeilen dus snel grootzeil gehesen en Genua er uit. Na een paar minuten valt de wind al weer helemaal weg en wordt het toch weer op de motor varen. We hebben besloten in de haven aan het schiereiland te gaan liggen, de Marina Darsena Deportiva, i.p.v. de Marina Real, de koninklijke. Onze haven ligt wel wat verder van de binnenstad maar het centrum is voor ons snel bereikbaar met de fietsen. Overigens zal een wandeling langs de boulevard ons goed doen. We varen rond de strekdam en komen ook hier weer de zwabberende Optimistjes tegen, de kleurrijke kleine bootjes waar de Spaanse kinderen zeilles in krijgen. We geven hen de ruimte en we worden toegezwaaid. Rond 14:30 liggen we in een box in A Coruña en Odin vindt het welletjes en springt, zo vrij als hij opeens is geworden, meteen de steiger op al snel gevolgd door Freija. Dt wordt het spelletje van vandaag: Steiger lopen.We blijven 5 dagen in A Coruna, vanwege wind en vanwege plannen om, per Renfe-hogesnelheidstrein, Santiago de la Compostela te bezoeken. La Coruna is de haven bij uitstek om aan te komen voor zeilers die de Golf van Biskaje oversteken, maar eveneens ontmoeten we hier meerdere vertrekkers van het langzame soort, veelal Belgen en Duitsers en vriendschappen ontstaan of worden aangehaald.
DE STAD
We wandelen over het prachtige plein voor het stadhuis en bewonderen de schitterende erkers die voor de huizen zijn gebouwd.
Aan de andere kant van het centrale plein ligt de uitbreiding op de oude stadskern, Ensanche. Via de gezellige Rúa Real, dé winkelstraat van La Coruña, kom je in dit meer moderne stadsdeel terecht. Overal waar je je blik langs de façades naar boven laat glijden, wordt je verrast door de zogenoemde "galerias", die een architectonische stempel drukken op de stad. De mooiste aanblik biedt het begin van de Paseo Marítimo, waar je nog geen uitzicht hebt op zee en waar tevens de woning van de oprichter van het Inditex-imperium is gelegen.(Inditex is het moederbedrijf van Zara, de allereerste Zara winkel werd in La Coruna geopend.)
GALERIAS
De karakteristieke erkerramen werden halverwege de negentiende eeuw voor het eerst om de balkons heen gebouwd. In de decennia ervoor was de temperatuur in de stad als gevolg van klimaatsveranderingen in het gebied met zo'n tien graden gedaald en het glas in combinatie met houten kozijnen bleek een goedkope oplossing. De Galerias zijn sindsdien nooit meer weggeweest en komen overal in de stad, ook in de moderne gebouwen, terug. "In de winter geven ze warmte, terwijl ze in de zomer van binnenuit worden gesloten, zodat het juist koel blijft in huis". Ook in Viveiro zijn we deze mooie bouw al tegen gekomen.
NOG EEN STUKJE TOERISME
Voor wie tijd heeft en een fiets dan is het aan te raden door de binnenstad te fietsen of via de Rua Ferrol naar het Palacio de la Opera, dat aan een zijde opvalt door de kunstmatige waterval van het Parque de Santa Margarita.
In de 5 dagen van ons verblijf in A Coruna bezoeken we tevens het noordelijk deel van de landtong van La Coruña, dat drie bezienswaardigheden telt. In sommige reisgidsen staat het "Aquarium Finisterrae" hoog aangeschreven. Dit is echter slechts een klein aquarium in vergelijking met de exemplaren die we in onze Lage Landen te zien krijgen, maar het geeft een prachtig leerzaam beeld van de eco-systemen. Heel wat spectaculairder is de daarnaast gelegen "Torre de Hércules". Je kunt de top bezoeken op zo'n 100 meter hoogte om er te genieten van een mooi uitzicht.
De Toren van Hercules is de enige Romeinse vuurtoren die nog steeds functioneert en vandaag de dag nog steeds dezelfde functies heeft als toen hij werd gebouwd, aan de ene kant als maritiem teken en aan de andere kant voor het bijstaan bij de navigatie voor de schepen die de Atlantische corridor oversteken.
We fietsen rond het schiereiland over de kilometers boulevard met hier en daar opvallende grote stadsbeelden.
Op onze wandeltochten door het centrum van de stad, kunnen we toch de verleiding niet weerstaan om bij een van de zeer vele barretjes een biertje te nemen met een paar echte Tapas. Als we terug zijn op de Skadi werpen we een blik op de mooie avondlucht, het is windstil en koud, je zou niet zeggen dat er een front aankomt over een paar uur.
DE KOP VAN GALICIE OM, LANGS DE COSTA DA MORTE
De prachtig ingesneden Kust van de Dood voorbij A Coruña in de richting van kaap Fisterra trakteert je op prachtige natuurlandschappen ook gezien vanuit zee. Dit is een van de meest ongerepte natuurgebieden van Galicië, met prachtige dennen- en Eucalyptus bossen, vredige vissersdorpjes, stranden met fijn zand, kruisbeelden en Hórreos, typische stenen maisschuren op palen.
Gekartelde rotskusten, ondiep water, klippen, plotselinge hardnekkige mist en sterke stromingen. . . . De Kust van de Dood kreeg haar naam niet zomaar. Sinds de 19e eeuw zonken hier al ruim honderd schepen. Tot de beroemdste horen de tanker Prestige en HMS Serpent, een Engels schip dat in 1890 tegen de Cabo Tosto voer waarbij 172 van de 175 bemanningsleden omkwamen. Boze tongen beweren dat sommige rampen voorkomen hadden kunnen worden als de kustbewoners geen vuren hadden aangestoken om de schepen die een veilige haven zochten naar de kust te lokken.
Om 11:00 uur vertrekken we uit de haven van A Coruña, het plan is om door te varen naar Vigo als alles goed gaat maar als het niet gaat dan stoppen we in Muxia. We willen gaan zeilen maar de wind komt uit alle richtingen met wisselende kracht. Zo hebben we 4 Bft recht van voren en zo is het weer 1 Bft van achteren, geen peil op te trekken dus.
We varen langs de hierboven beschreven prachtige kust en zien regelmatig de oceaandeining uiteen spatten op de steile kliffen. Ook merken we dat de zee zeer onrustig wordt op sommige plekken en dan blijkt de diepte snel terug te lopen van 100 naar 50 meter en soms naar 30 meter. Hierdoor wordt het af en toe behoorlijk oncomfortabel om te varen. Op sommige stukken neemt Peter het over van de stuurautomaat om beter door de golven te kunnen lopen. Als dan ook nog de wind gaat zorgen voor windgolven, kort en nijdig, loodrecht op de oceaandeining en we zien achter ons de beruchte mist gaan opdoemen is de keuze snel gemaakt: Muxia dus.
MUXÍA
Peter loodst de Skadi tussen de kust en een ondiepte van 20 meter door, waar de zee rommelig overheen jaagt, en rond 19:00 uur varen we de haven van Muxia in. Op de steiger komt de havenmeester al aangerend en hij helpt ons af te meren in een vrijwel lege haven. het lijkt erop dat we hier een paar dagen moeten blijven omdat de resten van de orkaan Joachim onze kant op komen en gaan zorgen voor veel slecht weer met harde wind en oceaandeining.
Zoals gewoonlijk gaan wij ons hier best wel vermaken, we hebben nog steeds geen haast . . .
Tijdens regen maar ook de volgende dag bij schitterend najaarsweer lopen we naar de rand van de Punta Porcino, en zien de Costa da Morte en begrijpen een klein beetje waar de naam vandaan komt. Veel kliffen waar de golven voortdurend op breken en beuken. Dit zien we ook als we verder langs de kust kijken richting de Cabo de la Buitra, eindeloze riffen en scherp ingesneden inhammen met woest brekende golven en ...het is nu rustig weer. Hoe is het hier als het echt een keertje stormt? Als je hier in terecht komt kan het wel eens slecht met je schip aflopen.
Joachim, of wat er van over is, raast twee dagen over Galicië. Dat geeft prachtige uitzichten vanaf de gekartelde kusten aan de Costa da Morte. De verhalen over de gevaarlijke zee worden daarmee bevestigd. De blik vanaf het Mirador met het kerkje blijft magnifiek. De oceaan heeft hier in het graniet enorme gaten geslagen.Een bijzonderheid is het ontstaan van duinlandschap op granieten rotsen. De stad Muxia ligt tussen op een schiereiland aan de ronding van de Ria en aan de andere kant ligt de zee en met zijn riffen. Daar hebben we zicht op Punte de Buxeirados en vlak daarachter Punta Insua, de meest westelijke punt van Spanje, maar NIET de meest westelijke punt van het Iberisch Schiereiland, dat is Pedra d'Anca in Portugal bij Lisabon. Daar gaat de kust nog 13 mijl verder naar het westen.
ENSENADA DE SARDINEIRO, 27 MIJL
Het is 13 oktober, varen we om de meest westelijke punt van Spanje (Galicie) heen. We vertrekken om 13:00 uur, om achter Kaap Finisterre (Galicisch: Fisterra) te gaan ankeren. We zetten direct de zeilen erop en gaan met een gangetje van 6 knopen voor de wind weg. Het waait toch nog even 5 Bt maar met de voordewindse koers en de golven die van achteren in lopen gaat het als een zonnetje, dat overigens uitbundig schijnt.
Na een paar uurtjes valt de wind geheel weg, zoals ook de voorspelling al aangaf en dus even de motor bij. We varen om de hoek van Finisterre en direct voelen we de wind van opzij komen, halfwind dus en dat vindt de Skadi geweldig. Genua bij, Motor uit en 7 knopen door het water gaan op de ankerplaats af. Een verrassend zeilmoment.We zetten een halve mijl voor de Ensenada del Sardiñeiro de motor aan, de zeilen weg en varen langzaaam op de ankerplek af. In water van 9,5 meter laten we het anker vallen en liggen we op een geweldige plek vlak voor het schilderachtige dorpje Sardiñeiro.
EEN WEETJE
Een weetje: de Camino de Santiago de Compostela loopt nog door via ( het door ons bezochte-) Muxía en eindigt in Finisterre. De fanatieke Compostela-gangers verbrandden hun kleren hier ritueel aan het eind van de pelgrimstocht en namen een bad in de oceaan, de grens van de wereld. Het zuiveringsritueel beneden deze kaap symboliseerde het begin van het nieuwe leven. En misschien was een bad wel nodig ook.....
Ook voor de Kelten was deze plaats heilig. De Kelten kapten de heuvels en kliffen kaal en vereerden de ster die hier elke avond verdween...Het landschap van Finisterre en onherbergzaam en schitterend.
ENSENADA DE MUROS E DE NOIA
Als de zon opkomt rond 09.00 uur, werpt zij haar eerste stralen over de Ensenada en de Skadi. De gekleurde huisjes van Sardiñeira krijgen een gouden gloed. We nemen de tijd om te genieten van het landschap. Wie een zonvakantie wil naar een nog ongerept gebied vliegt het beste naar Vigo, huurt een auto en rijdt hier aan de rias langs de mooie zandstranden met kleine dorpjes om aan de voet van beboste rotsen te vertoeven. Een prachtige kustweg gaat namelijk langs de hele Costa da Morte.
Het wordt een makkelijke vaardag. We vertrekken rond 10:00 uur en verlaten de ria en Cabo Finisterre en haar ongerepte stranden en achterland. Het wordt motoren, windkracht 1 tot 2 Bft noord. We zijn op weg naar Riá de Muros en volgen de mooie minder woeste kust van Galicië. Hier liggen dorpjes en haventjes in de rotsspleten van de kust met zandstrandjes. De Costa da Morte toont nog 1 keer haar riffen en rotsen. Wij mijden ze maar nemen met de telelens mooie opnamen.
Spanjaarden zijn in nòg een ding heel goed: windmolens. Het blijft een storend gezicht, maar we proberen door de rijen windmolens op de toppen van de heuvels, van de schoonheid van het land te genieten.
We ronden de kust beneden het Louro gebergte, en varen zacht de ria in met uitzicht op het mooie strand San Francisco, het stadje Muros en verder van noord tot oost een kustlijn met soms ongerepte strandjes, pijnbomen en kristalhelder water.Het wordt een warme herfstdag en als we ankeren, in water van 12 meter diepte met 40 meter ankerketting, in de Ensenada de Muros. We meten 26 graden.
Muros heeft een uniek karakter net als haar estuarium, gelegen halverwege tussen Noia en de Costa da Morte, tussen de Rías Baixas en de Rías Altas. De haven is een prachtige beschutte baai met deel van de stad op een heuvel tegenover de rijzende zon. Het is een van oudsher een belangrijke vissershaven. In de muren langs de waterlijn zijn arcades gemaakt waar vissers hun netten bewaarden. Wellicht ontleent de stad haar naam daar aan.De rias baixas (lage rias) aan de zuidkant van Galicië zijn synoniem voor zwemplezier en Peter neigt ook tot een duik. Maar de temperatuur van het water is hier behoorlijk laag. We kunnen buiten in de kuip vertoeven tot zonsondergang. Ook de katten zijn blij met het zonnetje en doen regelmatig een "ronde".
CIES EILANDEN zijn een optie
Vertrek uit de Riá de Muros is net zo prachtig als de aankomst. Het ria-landschap is van een unieke schoonheid. We passeren gebergten en zeilen langs de Riá de Arousa waar nog enkele sporadische verraderlijke rotsen in het water ons eraan herinneren dat we de Costa da Morte gaan verlaten. Hier liggen de Spaanse Atlantische eilanden: Illa de Sálvora, IIla de Ons en Islas Cies. Met deze koers krijgen we een prachtige blik op de ruige noordwestzijde van de Cies eilanden.
Sinds 2002 maken de eilanden deel van van het Parque Nacional de las Islas Atlanticás de Galicia, het eerste natuurgebied in Spanje dat het zeemilieu beschermt. Op de eilanden bevinden zich geen vuilnisbakken: je moet je afval mee terug nemen nadat je een bezoek hebt gebracht.
De Cies eilandengroep bestaat uit 3 eilanden: San Martino(Illa do Sur) dat je niet mag betreden, Faro (Illa do Medio), en Monteagudo(Illa do Norte). De laatste eilandbewoners verlieten in 1970 hun huizen. Er zijn slingerende wandelpaden door dennen- en eucalyptusbossen en in de rustige kreekjes vind je geelpootmeeuwen en kuifaalscholvers. Het water is fris maar nodigt tot snorkelen en kayakken. De stranden zijn er magnifiek en de eilanden zijn de naam, die de Romeinen er aan hebben gegeven ook meer dan waard: "godeneilanden". Voor het bezoeken, ankeren en varen langs de kust moet een vergunning worden aangevraagd.
BAIONA
Na een mooie tocht waarbij we dus ook nog 2 uur kunnen zeilen komen we in Baiona aan. Het eerste dat ons in de haven opvalt is een replica van de Pinta. De Pinta was een van de drie schepen tijdens Christoffel Columbus' ontdekking van Amerika.
VERHUIZEN VAN BAIONA NAAR VIGO
De prijs van deze haven is niet gehalveerd in naseizoen, de steiger loopt niet door in platform waar het havenkantoor is met aangrenzend de boulevard. Je moet een stap over havenwater maken om van de steiger een granieten trap op te gaan en Peter moet de fietsen er overheen dragen - minpuntje. Er is geen wasmachine en zo noemen we opeens meer punten op die de kwaliteit van de haven - wat ons betreft - naar beneden haalt. Hier geen draden langs de steiger tegen meeuwen zoals in piepkleine haven Muxia, hier gaan we dus weg. We vertrekken na heel kort Baiona verkend te hebben.
Een kort vaartochtje naar Vigo, maar wat een zee! Een depressie dreigt maar de temperatuur is nog altijd zomers met 26 graden. Er staat een behoorlijke wind en dus ook prachtige windgolfjes in de Ria de Vigo, die wij doorvaren. De wind trekt enorm aan tot 7 Bft. What the hell.. een geweldige vaar beleving met rechts uitzicht op beboste heuvels met voorsteden van Vigo en aan de andere kant de Cies eilanden.
Hoewel Galicië is uitgegroeid tot een ‘all-season’ toeristische bestemming, blijft Vigo als stad ver achter bij de aantallen bezoekers van La Coruna en Santiago. Een verklaring hiervoor is mogelijk te vinden in de reputatie van commerciële stad. Waarschijnlijker is het gebrek aan zelfvertrouwen, dat de stad heeft, om een toeristische bestemming te kunnen zijn. Maar een en ander is momenteel snel aan het veranderen. Het informatiecentrum voor toerisme biedt een nieuwe, mooie presentatie over de stad, de Riá de Vigo, zijn geschiedenis en natuur. De meeste toeristen die Vigo voor het eerst bezoeken zijn verbaasd over voornamelijk de oude wijk, die in gidsen nauwelijks genoemd wordt. Deze wijk is misschien niet zo interessant als de oude wijken van La Coruna of Santiago maar is wel een interessant gebied dat gebouwd is op de hellingen boven de haven. Hoogste punten van deze zone zijn een aantal prachtige pleinen samen met gebouwen en straten die de Middeleeuwse periode hebben overleefd en die een nederig begin van de oorspronkelijke nederzetting tonen. Deze oude wijk is een van de meest onderschatte in Galicië.
Vigo’s geschiedenis en erfgoed beperken zich niet alleen tot het oude gedeelte, enkele verbazingwekkende voorbeelden van civiele architectuur zijn hier en daar in de stad te vinden. Andere aantrekkelijkheden zijn de talrijke stranden, die tot de besten van Noord-Spanje gerekend mogen worden. Associatie van Vigo met de commerciële oceaankust is gerechtvaardigd, maar….alhoewel veel delen van de stad haven- en industrie gerelateerd zijn, zijn er óók veel onderdelen, die visueel tevredenstellend zijn en de toeristische aandacht zeker verdienen.